Kerk en Staat, wetenschappelijke rede en geloof, het individu en zijn gemeenschap, zelfs vooruitgang en overleveringadit alles valt te rijmen in de leer van Muad'Dib. Hij leerde ons dat er geen onverzoenlijke tegengestelden bestaan, anders dan in de overtuiging van mensen. Iedereen kan de sluier van de Tijd opzij rukken. Je kunt de toekomst ontdekken in het verleden of in je eigen verbeelding. Door dat te doen, win je je bewustzijn terug in je innerlijke wezen. Dan weet je dat het heelal een samenhangend geheel is en dat jij daarvan niet losgemaakt kunt worden.
De Prediker in Arrakeen naar Harq al-Ada
A
Ghanima zat ver naar achteren, ver buiten de lichtkring van de specielampen en ze bekeek deze Buer Argaves. Zijn ronde gezicht en zijn beweeglijke wenkbrauwen bevielen haar helemaal niet, net zomin als de manier waarop hij zijn voeten bewoog als hij sprak, alsof zijn woorden een geheime muziek waren waarop hij danste.
Hij is hier niet om met Stilgar te onderhandelen, zei Ghanima bij zichzelf en ze zag dit bevestigd in elk woord en elke beweging van de man. Ze schoof verder bij de Raadskring vandaan.
Elke vest had zo'n ruimte, maar de ontmoetingshal van de verlaten djedida trof Ghanima als bijzonder benauwd omdat hij zo laag was. Zestig mensen van Stilgars troep en daarbij de negen die met Argaves waren meegekomen vulden maar A(c)A(c)n kant van de hal. Het licht van specie-olielampen flakkerde tegen de lage balken die de zoldering steunden. Het schijnsel wierp flakkerende schaduwen die over de muren dansten en de scherpe rook vervulde de ruimte met de geur van kaneel.
Het onderhoud was bij de avondschemering begonnen, na de vochtgebeden en het avondmaal. Het was nu al langer dan een uur aan de gang en Ghanima kon de verborgen stromen in Argaves' optreden niet peilen. Zijn woorden leken helder genoeg, maar zijn gebaren en het bewegen van zijn ogen kwamen daarmee niet overeen.
Argaves was nu aan het woord in antwoord op een vraag van een van Stilgars luitenants, een nicht van Harah met de naam Rajia. Ze was een donkere, ascetische jonge vrouw wier mondhoeken omlaag wezen zodat ze altijd een wantrouwige uitdrukking op haar gezicht had. Ghanima was met die uitdrukking heel tevreden onder de gegeven omstandigheden.
'Ik ben er vast van overtuigd dat Alia jullie allemaal volledig zal verschonen,' zei Argaves. 'Anders zou ik hier niet zijn met deze boodschap.'
Stilgar kwam tussenbeide toen Rajia weer iets wilde zeggen. aIk maak me er niet zozeer zorgen over of wij haar kunnen vertrouwen als wel over het feit of zij jou vertrouwt.' Stilgars stem had grommende bijklanken. Dit voorstel dat hij tot zijn oude staat zou terugkeren, maakte hem nerveus.
'Het maakt niet uit of ze mij vertrouwt,' zei Argaves. 'Eerlijk gezegd geloof ik niet dat ze dat doet. Ik heb te lang naar jullie gezocht zonder je te vinden. Maar ik heb altijd het gevoel gehad dat ze eigenlijk niet echt wilde dat jullie gegrepen werden. Zij wasa'
'Zij was de vrouw van de man die ik ombracht,' zei Stilgar. 'Ik geef toe dat hij erom vroeg. Had zich net zo goed op zijn eigen mes kunnen laten vallen. Maar deze nieuwe houding stinkt naara'
Argaves sprong dansend overeind en de boosheid was duidelijk op zijn gezicht te lezen. 'Ze vergeeft jullie! Hoe vaak moet ik dat nu nog zeggen? Ze heeft de priesters met veel vertoon goddelijke leiding laten vragen aan-a'
'Je hebt alleen maar een extra probleem aangeroerd.' Dat was Irulan die langs Raija naar voren boog. 'Ze heeft jou overtuigd, maar misschien heeft ze wel andere plannen.'
'De priesters hebbena'
'Maar er doen talloze geruchten de ronde,' zei Irulan. 'Dat jij meer bent dan een gewone militaire adviseur, dat jij haara'
'Genoeg!' Argaves was buiten zichzelf van woede. Zijn hand zweefde in de buurt van zijn mes. Met elkaar strijdige emoties trokken vlak onder de huid over zijn gezicht en vervormden zijn trekken. 'Geloof wat je wilt, maar ik kan niet doorgaan met die vrouw! Ze besmeurt me! Alles wat ze aanraakt maakt ze smerig! Ik word gebruikt. Ik word bevuild. Maar ik heb nimmer mijn mes geheven tegen mijn verwanten. Nuaniets meer!'
Toen Ghanima dit gadesloeg dacht ze: Dat was tenminste de waarheid die eruit kwam.
Tot haar verbazing barstte Stilgar in lachen uit. 'Ahhh, neef,' zei hij. 'Vergeef me, maar in boosheid ligt waarheid.'
'Dan stem je dus toe?'
'Dat heb ik niet gezegd.' Hij hief zijn hand toen Argaves een nieuwe woedeuitbarsting dreigde te krijgen. 'Niet om mijnentwil, Buer, maar deze anderen zijn er ook nog.' Hij wees om zich heen. 'Zij zijn mijn verantwoordelijkheid. Laten we een ogenblik stilstaan bij de genoegdoeningen die Alia aanbiedt.'
'Genoegdoeningen? Er is met geen woord over genoegdoeningen gesproken. Vergiffenis, maara'
'Wat biedt ze dan aan om haar woord mee te staven?'
'Vest Tabr met jou als Naib en volledige zelfbeschikking als neutrale vest. Ze begrijpt nu hoea'
'Ik ga niet terug naar haar hofhouding en voorzie haar ook niet van krijgers,' waarschuwde Stilgar. 'Begrepen?'
Ghanima hoorde dat Stilgar begon te verslappen en ze dacht: Nee, Stil! Nee!
'Dat is helemaal niet nodig,' zei Argaves. 'Alia wil alleen Ghanima terughebben en ze wil de verlovingsbelofte vervuld hebben die zija'
'Dus nu komt het uit!' zei Stilgar en zijn wenkbrauwen zakten omlaag. 'Ghanima is de prijs voor mijn amnestie. Denkt ze soms dat ika'
'Ze denkt dat jij verstandig bent,' voerde Argaves aan terwijl hij weer ging zitten.
Vol leedvermaak dacht Ghanima: Hij doet het niet. Spaar je adem. Hij doet het toch niet.
Terwijl ze dat dacht hoorde Ghanima achter zich en links een zacht geritsel. Ze wilde zich omdraaien en voelde zich vastgegrepen door krachtige handen. Een zware lap die naar slaapgif stonk bedekte haar gezicht voor ze kon schreeuwen. Terwijl ze langzaam haar bewustzijn verloor, voelde ze dat ze naar een deur in de donkerste hoek van de hal werd gedragen. En ze dacht: Ik had het moeten vermoeden! Ik had erop voorbereid moeten zijn! Maar de handen die haar vast hadden waren volwassen en sterk. Ze kon zich niet uit hun greep loswurmen.
Ghanima's laatste zintuiglijke indrukken waren die van koude nachtlucht, een glimp van de sterren en een gezicht onder een kap dat op haar neerkeek en vroeg: 'Ze is toch niet gewond geraakt, hA"?'
Het antwoord ging verloren omdat de sterren rondtolden en door haar gezichtsveld sliertten waarna ze verloren gingen in een stralende gloed die de binnenste kern van haar zelf was.